Ik hoor u zeggen, over wie dit keer? Ik kende hem -want we spreken over een hem- ook niet, maar hij is toch wel een belangrijke persoon volgens de overleveringen. Volgens een aantal kerkvaders - Hegesippus en Eusebius - is het de broer van Jozef, Jezus’ opvoeder op aarde. ‘Vader’ is een beetje raar in dit verband. Markus verhaalt van hem in het tweede hoofdstuk: In het voorbijgaan zag Jezus Levi, de zoon van Alfeus, aan het tolhuis zitten en sprak tot hem: Volg mij. In hoofdstuk 3 wordt gesproken over Jacobus van Alfeus.
Verder komt deze persoon voor bij Handelingen, Lucas en Mattheüs. Er is een stroming die ervan uit gaat dat Alfeus dezelfde is als Klopas, die voorkomt in het lijdensverhaal. Diens vrouw, Maria, is aanwezig bij de kruisiging van Jezus. Ook zou hij Kleofas zijn, één van de twee Emmaüsgangers.
U ziet dat de namen, Klopas, Kleofas en overigens ook Cleopas, door elkaar lopen. Dit kunnen overschrijf- of doorvertelmutaties zijn.
Alfeus, zo wilde de opinie, was op meerdere manieren verbonden met de Heilige familie. Zo was zijn vrouw een oudere zus van Maria, de moeder van Jezus. Maria’s moeder was drie keer getrouwd en drie keer weduwe geworden. Uit ieder huwelijk was een dochter, Maria, geboren. Daarom stonden er bij het kruis drie Maria’s - drie zussen. De vrouw van Alfeus is de middelste Maria, Maria Cleopas.
Alfeus en Maria hebben vier zonen, Jacobus, Jozef, Judas en Simon. Deze vier personen worden bij Markus betiteld als ‘Jezus’ broeders’. In deze situatie zijn het Jezus’ volle neven. Ook wordt er wel gesteld dat het verhaal van de bruiloft van Kana, waar Jezus water in wijn doet veranderen, de bruiloft van deze Alfeus is. Hoe het dan met Maria de middelste zit, vertelt het verhaal niet.
Paul Spoormans