Dan weet u in ieder geval dat we het over een Griek hebben, althans, dat is voor de hand liggend met dat lettertype. Onze woordenboekgast is rond 580 geboren, in Constantinopel. Hij schopt het tot secretaris van Keizer Heraclius. In 613 of 614 besluit hij monnik te worden; aanvankelijk in Chrysopolis en later in Cyzicus.
Als monnik wordt hij strijder tegen twee geloofsleren. De eerste is het monotheletisme. Dit is het idee dat Christus alleen een goddelijke en geen menselijke wil heeft gehad. De tweede is het monofysitisme. Dit is het idee dat men in Christus niet twee, maar slechts één 'natuur' onderkende: een samensmelting van de goddelijke en de menselijke. Zijn ideeën hebben hem wel wat gekost. Nu zouden we er geen probleem mee hebben. Toen vond hij keizer, patriarch en praktisch de gehele geloofsgemeenschap tegenover zich. Het is onbeschrijflijk hoeveel hij in die strijd heeft moeten verduren. Zo verloor hij door toedoen van de monotheletistische keizer zijn rechterarm en zijn tong. Hij werd in 653 gevangengenomen en naar Constantinopel gevoerd. Hij werd verbannen in 655 en vervolgens nogmaals in 662. Hij stierf na zware folteringen in ballingschap.
Op latere concilies werd hij in het gelijk gesteld. Hij geldt als de belangrijkste Griekstalige theoloog uit de 7de eeuw; hij liet een wetenschappelijke weerlegging na van het monotheletisme en negentig theologische werken waaronder antwoorden op moeilijke bijbelpassages, een boek over het geestelijk leven en de navolging van Christus, waaraan is toegevoegd een verzameling uitspraken van kerkvaders. Hij heeft ook een inwijding ('Mystagogie') op zijn naam staan in de geloofsgeheimen van kerk en liturgie.
Hij overlijdt bij de Zwarte Zee (Schemarionvesting) op 13 augustus 662. Wij kennen hem als Maximus Confessor.
Paul Spoormans