We hebben het over een heel oude geloofsstroming uit het oude Perzië. Deze geloofsstroming ontstaat zo’n 1400 tot 1200 voor Christus en is de staatsgodsdienst tijdens de ballingschap in Perzië van de Joden. De oprichter is Zarathustra. Zijn godsdienst heeft de eerste bekende sporen van monotheïsme en hij leert een morele religie. Onderdeel hierin is het begrip van goed en kwaad. Goed zijn in de leer onder anderen: reine dieren, leven en waarheid; en de kwade tegenhangers zijn dan onreine dieren, dood en leugen. Het zwaartepunt verschuift dan voor het eerst van rituelen naar moraliteit.
De invloed op het Jodendom en de Christelijke religie is groot. Schrijvers zien een duidelijk verschil in de verhalen in het Oude Testament voor en na de Babylonische ballingschap (toen de Joden in aanraking met het Zoroastrisme kwamen) en ook evident is het verschil in toon en kleur tussen het Oude en het Nieuwe Testament. Herschrijvingen van het Oude Testament hebben de kern van de oude verhalen niet aangetast, maar wel zijn er langzaam modernere ideeën toegevoegd.
Paul Spoormans