Begin december kwam in het nieuws dat er in Nederland mensen zijn die zichzelf beschouwen als soevereine burgers en zich willen losmaken van de overheid. Zij schrijven een brief aan bijvoorbeeld de belastingdienst of aan het justitieel incassobureau dat zij niets met deze instanties te maken hebben en geen belasting of boete hoeven betalen. Ze schrijven ook brieven naar de Hoge Raad in Den Haag. De president daarvan bracht deze problemen in het nieuws en sprak erover op televisie.
Een merkwaardig verschijnsel! Een burger die geen deel wil uitmaken van onze maatschappij. Het gaat waarschijnlijk om mensen die niet goed in onze ingewikkelde samenleving mee kunnen komen vanwege (sociale) armoede en misinformatie. Maar het is ook een teken van het wantrouwen dat er bij burgers is, een wantrouwen in de overheid en in overheidsinstanties. Dit heeft zeker een rol gespeeld bij de verkiezingen voor de 2e Kamer op 22 november. Men is wars geworden van instituties.
Toch zijn instituties in de samenleving nodig. Zonder autoriteit, wetten, regels, normen, controle en betrouwbare rechtspraak is samenleven onmogelijk. Dit alles is juist een voorwaarde voor een geordende samenleving waarin iedereen zijn rechten en plichten kent. En het geldt voor álle burgers. Het is een vreemd verschijnsel als men dat niet inziet.
Ook de Kerk kan niet zonder haar institutionele gestalte. We hoorden in het verleden nog wel eens uit de mond van sommige gelovigen – het is de laatste tijd veel minder geworden – dat men het geloof wel waardeerde maar niet het instituut ‘Kerk’. Maar geloof en Kerk zijn niet los van elkaar verkrijgbaar, zeker niet als we samen Kerk willen zijn en samen ons geloof willen beleven. Je bent niet op je eentje Kerk. En dus is er autoriteit en zijn er regels en wetten, waarvan sommige door God gegeven. Overal waar mensen met elkaar leven, werken en recreëren zijn er regels. De praktijk van het leven vraagt er ook om.
Ron van den Hout
bisschop van Groningen – Leeuwarden