Bezoek van Maria aan Elisabeth Jan Schoenaker |
Viering 31 mei viert de kerk het bezoek dat Maria volgens Lucas (1, 39-45) bracht aan haar nicht Elisabeth. In het dorpje Ein Kerem, in de heuvels westelijk van Jeruzalem, wordt nog steeds de plaats aangewezen waar Elisabeth - op latere leeftijd zwanger geworden - zich verborgen hield, waar haar nicht haar kwam opzoeken en waar Maria het Magnificat zong. Op de laatste dag van de meimaand, tussen Maria Boodschap en het geboortefeest van Johannes de Doper (24 juni) overwegen we deze vreugdevolle ontmoeting van twee vrouwen en hun nog ongeboren kinderen. |
|
Afbeelding De kunstenaar wil vooral de nadruk leggen op de intimiteit van de ontmoeting: de beide vrouwen omhelzen elkaar. Maria heeft nog haar wandelstaf in haar hand, rood van kleur. Op oosterse iconen wordt vaak ook nog getoond hoe ze hun hand zegenend op elkaars buik leggen. Rechts zien we hun beide mannen. Jozef heeft voor Zacharias een fles wijn meegenomen. Zacharias kan niet spreken, vanwege zijn ongeloof bij de aankondiging van de geboorte van zijn kind. Hij draagt de gebedsriem - de tefillien - op zijn voorhoofd, volgens de woorden van Deuteronium (6, 4-9): "Bindt deze woorden als een teken op uw hand en als een band op uw voorhoofd". Op een bordje heeft hij, in het latijn, geschreven: "Dat had je nou niet moeten doen". Het is duidelijk dat deze twee mannen wat verlegen op een zijspoor staan. De echte ontmoeting vindt plaats tussen hun vrouwen. Het linker glaspaneel toont een andere innige ontmoeting uit de bijbel: Jacob die zijn aanstaande vrouw, de herderin Rachel ontmoet. Hij heeft voor haar de steen van de put gerold, zodat haar schapen kunnen drinken. "Daarop kuste Jacob Rachel en weende luid" (Gen. 29, 10-11) |
||