“Het geloof in God en het katholieke geloof heb ik altijd meer in mijzelf gevonden. Nu beleef ik het samen met anderen en dat bevalt mij beter. In samen werken en praten beleef ik het katholiek zijn meer opener dan vroeger.”
Het is de conclusie na een leven vol bijzondere ervaringen van Leny Tusschenbroek. Een jaar na de Tweede Wereldoorlog geboren in Rotterdam. Op 17-jarige leeftijd verhuisd naar Breda voor een vooropleiding tot verpleegster. Die studie in Scheveningen voortgezet. ”Ik hield van het werk en vooral van het contact met de patiënten. Door een afwijking in mijn voet moest ik besluiten om met mijn opleiding te stoppen. Na het contact met de GAK werd mij gevraagd of ik daar wilde gaan werken.
WAO
Na mijn huwelijk ben ik met mijn man in Den Haag gaan wonen. Ook daar weer bij het GAK gaan werken tot dat ik zwanger was van onze eerste zoon Marcel. Mijn man veranderde van baan en we kwamen in Maassluis te wonen. Daar werd onze tweede zoon Sander geboren. Mijn man veranderde weer van baan en we kochten ons eerste huis in Borger. Na vele fijne jaren zijn we helaas gescheiden. Ik kwam als vrijwilliger bij een WAO-club terecht. Vanuit deze club kreeg ik contact met het Landelijk WAO Beraad. Daar leerde ik op een cursus mijn nieuwe man, de cursusleider Jelle, kennen.
We zijn getrouwd en in Nieuw Balinge gaan wonen. Plotseling overleed mijn man. De grond onder mijn voeten, mijn steun en toeverlaat was er niet meer. Mijn geloof in God was weggeslagen. Een jaar na de dood van mijn man vroeg een vriendin of ik met haar mee wilde gaan op een transport om hulpgoederen voor gehandicapten naar Hongarije en Roemenië te brengen. Daar kwam ik in aanraking met de meest schrijnende situaties waarin gehandicapten verkeerden.
Hongarije
Na een aantal transporten en de situatie bekeken te hebben besloot ik in Hongarije te gaan wonen. Ik kocht een huis voor de prijs waar men hier een auto voor kocht. Daar heb ik met hulp, ook vanuit Nederland, een uitleen-depot voor hulpmiddelen opgezet zodat de mensen de kans kregen om bij ziekte of ongeval een hulpmiddel te lenen De hulpmiddelen die uitgeleend of geschonken waren, waren de afge- keurde of oude hulpmiddelen die waren weggegeven of geschonken uit Nederland. Ik heb de taal en gewoontes van de Hongaren leren kennen.
Alleen bij de doop, huwelijk en begrafenis werd de kerk aangesproken. De pastoor die ik daar ontmoette zei mij: Ik heb er vrede mee met hoe het gaat. Uiteindelijk zullen zij hun God ontmoeten ...
Toen ik het bericht kreeg dat mijn eerste kleinkind geboren zou worden, heb ik besloten om weer naar Nederland te gaan. Ik kreeg gelukkig een woning in Assen aangeboden. Ik woon daar nu met veel plezier. Ik kwam daar bij de kaartclub en ontmoette Jopie Kingma. En ik zei haar: ik heb tijd om weer wat vrijwilligerswerk te gaan doen en zij bracht mij meteen in contact met de penningmeester, Jos Engelman, van de locatieraad. Zo werd ik secretaris van de locatieraad. Het werk is sinds november 2020 bevredigend en steeds meer leer ik hoe het katholieke leven in Assen reilt en zeilt.
Open Huis
Jos vroeg of ik bij het Open Huis ook een helpende hand wou toesteken. Het werk in het Open Huis is heel mooi om te doen. Ik schenk koffie en soms geven we een kopje soep. De gesprekken met de mensen zijn heel fijn. De mensen zijn zo verschillend en daardoor zijn hun belevenissen en hun gesprekken heel boeiend te noemen. Dit werk geeft mijn leven meer inhoud en verdiept bij mij het geloof in God.
Ook corona kwam bij mij op bezoek. Tijdens het kerstdiner kreeg een vriend het bericht dat zijn dochter corona had, daar waar hij gisteren de gehele dag geweest was. Toen wist ik dat corona niet meer te ontwijken was. Ik werd ziek en heb een paar weken in bed doorgebracht. Het hele coronagebeuren zag en beleefde ik als een oorlog zonder wapens. Na corona heb ik mij nog een lange tijd moe gevoeld. Ik deed wel mijn vrijwilligerswerk maar moest daarna snel uitrusten op bed.
Leegloop
Ik denk dat de leegloop in onze kerk een natuurlijk verloop is. Het katholiek-zijn zoals vroeger is voorbij. De informatiestroom komt tot ons via de tv, krant en internet. Uit ervaring weet ik dat het leven zoveel meer is dan het zondags naar de kerk te moeten gaan.
Voor mij is een mens een mens. Hoe zijn geaardheid is en wortdt beleefd, mag geen onderwerp zijn in een kerk waar naastenliefde de hoofdtoon is. Allemaal zijn we kinderen van God. Zelf voel ik mij thuis in deze parochie, de contacten met de andere gelovigen zijn mij dierbaar.”
Ton Kuis