­

We hebben iets...
voor jou en voor jou
en voor jou

agenda 5a

alle video's

livestream vieringen

Willem van der Meulen heeft een moeilijke periode achter de rug. Ruim drie jaar geleden is zijn vrouw Aline overleden. De Norger organist herinnert het zich nog als de dag van gisteren.

wim van der meulen”Ik was in die dagen op de koorzolder van de kerk in Assen het schijnfront van het nieuwe orgel aan het maken. Ze was al ernstig ziek. Gelukkig kon ik het nog net afmaken voordat ik niet meer bij haar weg kon. Je hele leven staat dan ineens op z’n kop.
Gelukkig zong ik net al een klein poosje bij Laudate. De koorleden stonden letterlijk en figuurlijk om mij heen. Dat gaf troost en afleiding. Enige tijd later heb ik besloten om een hond te nemen. Een maatje als je thuiskomt. Op een gegeven moment zag ik in een asiel ‘Lobbes’, die een nieuw baasje zocht. Lobbes is een ‘Friese Wetterhoûn’, in hondenjaren bijna zo oud als ik, dus dat paste mooi! Ik zag die kop van ‘em en ‘t was ‘liefde op het eerste gezicht’. Ik heb in die tijd soms tegen mijn medekoorleden gezegd: “Laudate en Lobbes hebben mij gered en door deze moeilijke tijd heen gesleept.” Maar er blijft altijd een lege plek. Ook nu in deze coronatijd is Lobbes mijn grote vriend en toe- verlaat. Alsof het zo moest zijn!”

Hoewel ik in het Noorden mijn jeugd doorgebracht heb, ben ik daar ver vandaan geboren, namelijk in Almkerk, een plaatsje in Noord-Brabant, vlak bij Gorinchem. Na een aantal verhuizingen kwamen we terecht in Zevenhuizen, vlak bij Leek. Op zich allemaal niet zo vreemd: mijn vader was predikant van de destijds Nederlands Hervormde Kerk, en heeft dus enkele malen een beroep aangenomen. Vandaar al die verhuizingen.

Beperkingen
Ik heb één jongere broer en twee nog weer jongere zussen. Als domineeskinderen gaf dat destijds, vooral voor mij en mijn broer - we spreken over de jaren 50 en 60 - nogal wat beperkingen, en vooral verplichtingen! Wij werden geacht ‘voorbeeld’- kinderen te zijn.
Na de middelbare school, en de militaire dienst, was er eigenlijk geen geld om te studeren; immers wij waren met z’n vieren. Ik besloot te gaan werken en dan maar ‘s avonds te gaan studeren. Na het behalen van het felbegeerde hts-papiertje vond ik een baan in de techniek. Ook in het westen des land. Na even een jaartje in Assen gewoond te hebben, streken we uiteindelijk neer in Norg.
Daar besloot ik na ettelijke jaren uiteindelijk dan toch maar weer orgelles te nemen! Dat zal omstreeks 2004 geweest zijn. Ik heb toen enige jaren les gehad van Vincent van Laar, cantor-organist in Eelde. Zodoende mocht ik zo nu en dan een dienst in Norg of ook wel in de Koepelkerk in Veenhuizen begeleiden, als een van de andere organisten niet kon. En zo ben ik in aanraking gekomen met de katholieke kerk.

Vervanger
Op een goed moment zocht pastoor Wesselingh een vervanger voor de organist die daar uitgevallen was. Hij naar de ‘overkant’ – de Koepelkerk staat precies tegenover de nu voormalige katholieke kerk – of ik dat dan wel wilde doen. In het begin viel dat natuurlijk nog niet mee, want tussen de protestantse en katholieke traditie van orgelspel, liederen en liturgie, zit toch wel wat verschil! Gelukkig heeft pastoor Wesselingh het mij toen niet al te moeilijk gemaakt.
Toen de parochie Veenhuizen in mei 2011 werd opgeheven kwam ik zomaar hier in Assen terecht en daar moest ik natuurlijk nog heel wat bijleren. Gelukkig mocht ik van het parochiebestuur in Assen een cursus in Sneek volgen voor katholieke kerkmuziek van de Sint Gregoriusvereniging, een jaar lang.

Begeleiding
Naast dat ik in onze parochie, als een van de organisten, vieringen begeleid, begeleidde ik ook destijds het Mariakoor, en - voor de coronatijd - het ad hoc St. Franciscuskoor; soms ook het Laudatekoor, waar ik ook als zanger lid van ben. Ook heb ik een aantal malen Marie-José Coppes mogen begeleiden. Leuk is het om soms bij de beide staties te mogen spelen; daar staan ‘echte’ kerkorgels! Verder ben ik verbonden als organist aan de Protestantse Kerk te Een, en speel ik een enkele keer nog tijdens een dienst in de Koepelkerk van Veenhuizen.

Project
Een mooi project begon voor mij medio 2016, toen het oude elektronische orgel in onze parochie vervangen diende te worden. Ik heb toen voorgesteld vanwege het beschikbare budget, om een ‘Hauptwerk’-orgel aan te schaffen. Dat is niet een ‘echt’ pijporgel, maar elke toon, - klank van elke orgelpijp -, is opgenomen van een bestaand pijporgel en opgeslagen in een forse computer. Met behulp van speciale software wordt die toon, bij het indrukken van een toets via een aantal luidsprekers weer ten gehore gebracht. Het parochiebestuur heeft er mee ingestemd en zo hebben we met een orgelclubje een en ander voorbereid. Ik heb thuis het schijnfront ontworpen en uitgetekend, zodanig dat het Maria-raam weer goed zichtbaar werd. Er waren natuurlijk echte ‘passende’ orgelpijpen voor het front-aanzicht benodigd. Via een orgelbouwer kon ik daaraan komen.”
Mocht mijn vader van boven op mij neerkijken, denkt hij vast: het is toch nog goed gekomen met die jongen! Sinds enige tijd ben ik ook toegevoegd aan de ‘Onderhoudsgroep gebouwen en terreinen’ van de parochie als, zo zal ik het maar noemen, ‘klusjesman’.

Ton Kuis

­