Nog nooit heb ik één noot van zijn muziek gehoord. Toch ga ik deze ene column over hem schrijven. Waarom? Dat zal ik uitleggen, nadat ik hem heb geïntroduceerd. Claude Vivier (1948-1983) is een vrij onbekende Canadese componist die maar 35 jaar oud is geworden. Hij werd geadopteerd door Frans-Canadese ouders. Na enkele weken werd hij teruggeven. Zijn pleegmoeder kon hem misschien niet aan of mocht hem niet. Zijn pleegvader dacht er echter anders over. Als je een kind in je gezin opneemt, moet je het daar ook houden. Claude Vivier mag daarna opnieuw bij zijn pleegouders wonen en op zijn derde wordt hij officieel geadopteerd. Als jongetje van ongeveer acht jaar maakt hij een traumatische ervaring mee, aangezien hij wordt misbruikt door een oom. Er dreigt gevaar van structureel misbruik, maar zijn redding ligt buitenshuis in een opleiding op katholieke kostscholen van de fraters Maristen. Later gaat hij naar hun seminarie in de buurt van Montreal.
Tijdens deze opleiding is hij niet alleen bezig met zijn geloof en kerk, maar ook met muziek. Hij speelt piano, orgel en is gek op gregoriaanse zang. Hij schrijft: "Mijn ontmoeting met muziek vond plaats tijdens een nachtmis. Dit veranderde mijn leven". Hij ontdekt muziek als een mysterie dat zijn leven betekenis geeft. "Mijn muziek is liefde, zoals alles liefde is": zei hij in een tekst over zijn componeren.
In 1966 krijgt hij het advies om het seminarie te verlaten. Over de achtergrond daarvan kun je nogal verschillende geluiden lezen: hij gedroeg zich onvolwassen, hij ging achter de broeders aan, zijn extreme gevoeligheid voor muziek en poëzie was niet te rijmen met een religieus leven. Hij wordt uiteindelijk componist en gebruikt onder andere het leven van ontdekkingsreiziger Marco Polo als een leidraad voor diverse composities over: eenzaamheid ("lonely chiId"), avontuur, liefde, oorlog, visioenen, dromen. In 1983 wordt hij in Parijs onder schimmige omstandigheden vermoord door een sekswerker.
De komende tijd wil ik me in elk geval een beetje meer in zijn muziek gaan verdiepen. Toen ik gevraagd werd af en toe een column te schrijven, heb ik me voorgenomen om telkens een stukje te schrijven over beelden van God in de moderne kunst. Bij Claude Vivier is het beeld van God verbonden met liefde en eeuwigheid. De ruimte of tijd tussen twee noten, het interval, is bij hem heel belangrijk: "Het is dit eeuwige dat muziek doet vibreren''. God, eeuwigheid, liefde, zuiverheid kan dus overal ontdekt worden, ook in een schijnbaar leeg, doelloos of verloren moment tussen twee noten.
Willy van Olffen